De Geest van opwekking. Een onderzoek naar de leer van de Heilige Geest in de opwekkingstheologie van Jonathan Edwards (1703-1758), Heerenveen: Groen, diss. Apeldoorn 2002 [389 pag].
Hoe dienen christenen te staan tegenover de huidige malaise van de kerk en het christelijk geloof? Behoort dat bij de westerse cultuur? Moeten we daarmee leren leven of is er een opwekking mogelijk? Tot de bezinning op deze vragen behoort ook het onderzoek van de kerkgeschiedenis. Jonathan Edwards (1703-1758) stond als predikant in het geweldige krachtenveld van de ‘Great Awakening’. Terwijl het oorspronkelijke puritanisme in Amerika haar kracht had verloren, bloeide het christelijke geloof op een wonderlijke manier op. Tot op de dag van vandaag zijn de gevolgen van dit reveil waar te nemen.
Edwards heeft als theoloog leiding aan deze geestelijke beweging gegeven. Hij nam het voor het werk van de Geest hierin op, terwijl hij afstand nam van de ontsporingen. Zo ontwikkelde hij zijn leer van de Heilige Geest. Kenmerkend hiervoor is de grote nadruk op de hemelse oorsprong van de ware religie. Dit verklaart haar ervaringskarakter, haar vernieuwende kracht, alsmede haar opwekkingsperspectief. Uit de vergelijking met Calvijn blijkt de eigen plaats van Edwards in het geheel van de christelijke traditie.
De Geest van opwekking is niet alleen een bijdrage aan het theologisch onderzoek, maar het wil tevens bijdragen aan de actuele bezinning op de vitaliteit van de kerk in de eenentwintigste eeuw. Het richt de aandacht niet op de vraag wat wij moeten doen, maar op hetgeen Gods Geest kan doen.